ENCUENTRO
Recuerdos de la Alhambra is een werk van de Spaanse gitarist-componist Francisco Tárrega (1852-1909). Hij schreef het stuk in 1896 naar aanleiding van een bezoek aan het Alhambra, het Moorse Paleis in Granada. Het werk is geschreven als een tremolo-studie, waarbij snel herhaalde noten de illusie creëren van een melodielijn. Belangrijke componisten van de 19e eeuw, zoals Frans Liszt en Frédéric Chopin, beschouwden Etudes nooit als technische oefeningen op zich. Het belangrijkste bleef ook in dit genre de muzikale kwaliteit waaraan de technische vereisten ondergeschikt waren. Tárrega sloot helemaal aan bij die traditie en Recuerdos wordt vanwege de pure eenvoud en het evocatief karakter beschouwd als een kernwerk van het gitaarrepertoire.
In tegenstelling tot Tárrega had zijn land- en tijdgenoot Isaac Albéniz geen kennis van de gitaar. Behalve drie opera’s en enkele liederen schreef hij uitsluitend voor piano. De stijl van Albéniz wordt gekenmerkt door een unieke blend van het Franse impressionisme met de Spaanse volksmuziek, meerbepaald de Andalusische. Door het uitgesproken Spaans karakter leent zijn werk zich uitstekend voor uitvoeringen op gitaar, zelfs in die mate dat sommige van deze transcripties meer bekendheid genieten dan het origineel. Voorbeelden daarvan zijn Asturias en Córdoba. Dit laatste werk begint met een gedragen inleiding, quasi een Gregoriaans koor. Daarna wordt een dans in 3/4 ingezet met elementen die typisch zijn voor de Spaanse volksmuziek. Interessant is dat het spanningsveld tussen Westerse en Oosterse muzikale ideeën bovendien een reflectie is van de bouwkunst in de Zuid-Spaanse regio, waar men vaak ook een integratie of juxtapositie vindt van Moorse en christelijke bouwtradities.
De Italiaanse componist Domenico Scarlatti (1685-1757) schreef vocale en instrumentale muziek en verscheidene opera’s, maar excelleerde voornamelijk als klavecimbelvirtuoos en -componist. Bepalend voor zijn carrière was de aanstelling aan het Portugese hof bij Koning João V, wiens dochter Maria Barbara door Scarlatti onderwezen werd in het klavecimbelspel. Het is hier dat Scarlatti het compositieproject aanvatte van zijn talrijke Sonatas voor klavecimbel solo. Zijn jarenlang verblijf in Lissabon, in Sevilla en vervolgens in Madrid, toen Maria Barbara uitgehuwelijkt werd aan de Spaanse kroonprins Ferdinando VI, verklaren een apparente Castilliaanse invloed in de de stijl van zijn muziek, voornamelijk op harmonisch en ritmisch vlak. Dit wordt mooi geïllustreerd in Sonata K.380 in E.
Sakura is een bekend Japans volkslied. Het ontstond in de Edo-periode (17e tot midden 19e eeuw), die gekenmerkt werd door een grote economische groei, cultureel protectionisme en een strikte sociale orde.
Het lied, een pentatonische melodie, heeft als tekst:
Kersenbloesems, kersenbloesems
prijken op weideheuvels en bergen
Zo ver als het oog reikt.
Is het nevel? Zijn het wolken?
Een zoete zweem in de ochtendzon
Kersenbloesems, kersenbloesems
Bloeien in volle pracht.
Kersenbloesems, kersenbloesems,
Zweven door de lentehemel
Zo ver als het oog reikt.
Is het nevel? Zijn het wolken?
Een zoete zweem in de lucht.
Kom toch, kom toch,
we gaan gauw kijken
De Sakura of Japanse kerselaar staat symbool voor de vergankelijke schoonheid, of misschien preciezer, voor de schoonheid van de vergankelijkheid. Ook het leven zelf wordt beschouwd als mooi en kort, een beetje zoals de kersenbloesem. In de lente kleuren de dalen van Japan pastelroze in een feërieke bloesempracht, al is het maar voor even.
De Japanse gitarist-componist Yuquijiro Yocoh (°1923) maakte een arrangement voor gitaar onder de vorm van een thema en variaties. De gebruikte technieken verwijzen op een effectieve manier naar de koto, een traditioneel snaarinstrument van Japan.
Agustín Barrios (1885-1944) was een Paraguyaanse gitaarvirtuoos die als kind al een uitgesproken interesse voor poëzie en muziek tentoon spreidde. Op 15-jarige leeftijd werd hij als jongste student ooit toegelaten om muziek te studeren aan de Nationale Universiteit te Asunción, waar hij zijn muzikale talent verder ontwikkelde. Als gitarist was hij nagenoeg autodidact en ontwikkelde een in Paraguay - en bij uitbreiding in heel Zuid-Amerika - nooit geziene virtuositeit op het instrument. Hij componeerde in talloze stijlen, waaronder de traditionele muziek van zijn eigen roots, de Indiaanse Guaraní. Barrios kleedde zich tijdens recitals soms in traditionele Paraguayaanse kledij en noemde zich dan Nitsuga Mangoré (Nitsuga is Agustin omgekeerd en Mangoré was de leider van een Guaraní muziekgroep).
La Catedral wordt algemeen beschouwd als zijn opus magnum. De legende bestaat dat Barrios Bach hoorde op een orgel in een Paraguayaanse kathedraal en geïnspireerd werd tot dit werk dat inderdaad soms sterk refereert naar Bachs muziek. Het werk bestond origineel uit een Andante Religioso en een Allegro Solemne. Later in zijn leven voegde Barrios nog een Preludio Saudade toe; het is ook in die uiteindelijke vorm dat het werk op deze opname gepresenteerd wordt. Barrios’ veelzijdigheid wordt ook geïllustreerd inVals op.8, nr.3; deze wals doet sterk denken aan de geraffineerde stijl waarmee Chopin dit genre tot een hoogtepunt voerde. Stukken als deze zorgden ervoor dat Barrios soms betiteld wordt als ‘de Chopin van de gitaar’.
Armand Coeck (°1941) is een Vlaams gitarist-componist die pionierswerk verrichtte in het Belgische gitaarlandschap. Als autodidact ontwikkelde hij een bijzondere compositie- en gitaarstijl met een uniek lyrisch karakter. De meeste van zijn composities kwamen tot stand na urenlange improvisatiesessies; zijn muziek is meestal melancholisch van aard en ademt vaak een nachtelijke sfeer zoals in Nocturne I. Coeck heeft een grote liefde voor middeleeuwse muziek, maar ook Indiaanse en Zuid-Amerikaanse volksmuziek exploreerde hij uitvoerig. Valse demonstreert dan weer Coecks affiniteit met de Paraguayaanse harp, die hij zelf ook bespeelde.
Ik draag deze cd op aan mijn zonen Goran en Floris.
Daarom staat er ook een kort werkje van eigen hand op de opname, Siciliana voor Goran. Het stuk weerspiegelt de gevoelens die ik had bij het nakend vaderschap; vol blijdschap en hoop, maar ook wat bezorgdheid voor het onbekende. Encuentro krijgt ook op deze manier zijn betekenis.
A.M.
oktober 2019
In tegenstelling tot Tárrega had zijn land- en tijdgenoot Isaac Albéniz geen kennis van de gitaar. Behalve drie opera’s en enkele liederen schreef hij uitsluitend voor piano. De stijl van Albéniz wordt gekenmerkt door een unieke blend van het Franse impressionisme met de Spaanse volksmuziek, meerbepaald de Andalusische. Door het uitgesproken Spaans karakter leent zijn werk zich uitstekend voor uitvoeringen op gitaar, zelfs in die mate dat sommige van deze transcripties meer bekendheid genieten dan het origineel. Voorbeelden daarvan zijn Asturias en Córdoba. Dit laatste werk begint met een gedragen inleiding, quasi een Gregoriaans koor. Daarna wordt een dans in 3/4 ingezet met elementen die typisch zijn voor de Spaanse volksmuziek. Interessant is dat het spanningsveld tussen Westerse en Oosterse muzikale ideeën bovendien een reflectie is van de bouwkunst in de Zuid-Spaanse regio, waar men vaak ook een integratie of juxtapositie vindt van Moorse en christelijke bouwtradities.
De Italiaanse componist Domenico Scarlatti (1685-1757) schreef vocale en instrumentale muziek en verscheidene opera’s, maar excelleerde voornamelijk als klavecimbelvirtuoos en -componist. Bepalend voor zijn carrière was de aanstelling aan het Portugese hof bij Koning João V, wiens dochter Maria Barbara door Scarlatti onderwezen werd in het klavecimbelspel. Het is hier dat Scarlatti het compositieproject aanvatte van zijn talrijke Sonatas voor klavecimbel solo. Zijn jarenlang verblijf in Lissabon, in Sevilla en vervolgens in Madrid, toen Maria Barbara uitgehuwelijkt werd aan de Spaanse kroonprins Ferdinando VI, verklaren een apparente Castilliaanse invloed in de de stijl van zijn muziek, voornamelijk op harmonisch en ritmisch vlak. Dit wordt mooi geïllustreerd in Sonata K.380 in E.
Sakura is een bekend Japans volkslied. Het ontstond in de Edo-periode (17e tot midden 19e eeuw), die gekenmerkt werd door een grote economische groei, cultureel protectionisme en een strikte sociale orde.
Het lied, een pentatonische melodie, heeft als tekst:
Kersenbloesems, kersenbloesems
prijken op weideheuvels en bergen
Zo ver als het oog reikt.
Is het nevel? Zijn het wolken?
Een zoete zweem in de ochtendzon
Kersenbloesems, kersenbloesems
Bloeien in volle pracht.
Kersenbloesems, kersenbloesems,
Zweven door de lentehemel
Zo ver als het oog reikt.
Is het nevel? Zijn het wolken?
Een zoete zweem in de lucht.
Kom toch, kom toch,
we gaan gauw kijken
De Sakura of Japanse kerselaar staat symbool voor de vergankelijke schoonheid, of misschien preciezer, voor de schoonheid van de vergankelijkheid. Ook het leven zelf wordt beschouwd als mooi en kort, een beetje zoals de kersenbloesem. In de lente kleuren de dalen van Japan pastelroze in een feërieke bloesempracht, al is het maar voor even.
De Japanse gitarist-componist Yuquijiro Yocoh (°1923) maakte een arrangement voor gitaar onder de vorm van een thema en variaties. De gebruikte technieken verwijzen op een effectieve manier naar de koto, een traditioneel snaarinstrument van Japan.
Agustín Barrios (1885-1944) was een Paraguyaanse gitaarvirtuoos die als kind al een uitgesproken interesse voor poëzie en muziek tentoon spreidde. Op 15-jarige leeftijd werd hij als jongste student ooit toegelaten om muziek te studeren aan de Nationale Universiteit te Asunción, waar hij zijn muzikale talent verder ontwikkelde. Als gitarist was hij nagenoeg autodidact en ontwikkelde een in Paraguay - en bij uitbreiding in heel Zuid-Amerika - nooit geziene virtuositeit op het instrument. Hij componeerde in talloze stijlen, waaronder de traditionele muziek van zijn eigen roots, de Indiaanse Guaraní. Barrios kleedde zich tijdens recitals soms in traditionele Paraguayaanse kledij en noemde zich dan Nitsuga Mangoré (Nitsuga is Agustin omgekeerd en Mangoré was de leider van een Guaraní muziekgroep).
La Catedral wordt algemeen beschouwd als zijn opus magnum. De legende bestaat dat Barrios Bach hoorde op een orgel in een Paraguayaanse kathedraal en geïnspireerd werd tot dit werk dat inderdaad soms sterk refereert naar Bachs muziek. Het werk bestond origineel uit een Andante Religioso en een Allegro Solemne. Later in zijn leven voegde Barrios nog een Preludio Saudade toe; het is ook in die uiteindelijke vorm dat het werk op deze opname gepresenteerd wordt. Barrios’ veelzijdigheid wordt ook geïllustreerd inVals op.8, nr.3; deze wals doet sterk denken aan de geraffineerde stijl waarmee Chopin dit genre tot een hoogtepunt voerde. Stukken als deze zorgden ervoor dat Barrios soms betiteld wordt als ‘de Chopin van de gitaar’.
Armand Coeck (°1941) is een Vlaams gitarist-componist die pionierswerk verrichtte in het Belgische gitaarlandschap. Als autodidact ontwikkelde hij een bijzondere compositie- en gitaarstijl met een uniek lyrisch karakter. De meeste van zijn composities kwamen tot stand na urenlange improvisatiesessies; zijn muziek is meestal melancholisch van aard en ademt vaak een nachtelijke sfeer zoals in Nocturne I. Coeck heeft een grote liefde voor middeleeuwse muziek, maar ook Indiaanse en Zuid-Amerikaanse volksmuziek exploreerde hij uitvoerig. Valse demonstreert dan weer Coecks affiniteit met de Paraguayaanse harp, die hij zelf ook bespeelde.
Ik draag deze cd op aan mijn zonen Goran en Floris.
Daarom staat er ook een kort werkje van eigen hand op de opname, Siciliana voor Goran. Het stuk weerspiegelt de gevoelens die ik had bij het nakend vaderschap; vol blijdschap en hoop, maar ook wat bezorgdheid voor het onbekende. Encuentro krijgt ook op deze manier zijn betekenis.
A.M.
oktober 2019